Zeehondenopvang
Bij A Seal worden zeehonden opgevangen en verzorgd. Dit zijn voornamelijk jonge zeehondenpups die hun moeder zijn kwijtgeraakt of zeehonden die gewond of ziek zijn. Wanneer de zeehonden weer helemaal gezond zijn en in staat om in het wild te kunnen overleven, worden ze weer vrijgelaten. Voor het zover is, doorlopen (of beter gezegd; zwemmen) de zeehonden een soort stappenplan. Hieronder kun je zien hoe dit precies in zijn werk gaat.
Opvang van de zeehond in 5 stappen:
Zeehond in nood
Meldingen over zeehonden komen binnen via het noodnummer: 144. Zeehondenwachters zorgen ervoor dat alle zeezoogdieren in nood worden opgehaald en opgevangen. Niet alle eenzame zeehonden op het strand hebben hulp nodig. Daarom worden ze eerst goed geobserveerd voordat ze meegenomen worden. Bij A Seal vangen we alleen zeehonden op.
Quarantaine
Nadat de zeehonden bij A Seal aangekomen zijn, liggen ze de eerste 21 dagen in een geïsoleerde ruimte. Dit doen we om te voorkomen dat virussen verspreid worden. De dierenarts onderzoekt het dier en bepaalt welke behandeling het nodig heeft om aan te sterken of te genezen.
Aansterken
Na de quarantaine verhuizen ze naar een nieuw verblijf, de serre. Hier is ruimte om verder aan te sterken en samen te spelen. Sommige zeehonden kunnen al zelfstandig hele vissen eten, maar andere zeehonden hebben hier nog hulp bij nodig. Een vrijwilliger stopt de vissen dan in de bek van de zeehond, totdat de zeehond zelfstandig kan eten.
Voorbereiden op vrijlating
Als de zeehond sterk genoeg is, mag hij naar de volgende baden in de buitenlucht. In het buitengebied ligt de nadruk van de opvang op de terugkeer naar de natuur. Hier worden hele vissen in het water gegooid en leren ze de vis zelf te eten uit het water.
Vrijlating
Alle zeehonden die bij A Seal opgevangen en verzorgd zijn, worden weer vrijgelaten zodra ze genezen zijn. Om sterk genoeg te zijn om zelfstandig te kunnen overleven, moeten ze op gezond gewicht zijn. Meestal vinden de vrijlatingen plaats op de stranden bij Ouddorp of Renesse.
