EERSTE ZEEHONDENWACHTERS VAN NEDERLAND OFFICIEEL OPGELEID
Stellendam – Maandag 11 april jl. zijn de eerste officiële zeehondenwachters geslaagd voor hun opleiding. De kersverse zeehondenwachters gaan zich, onder aansturing en vergunning van de zeehondencentra, inzetten voor de zeehonden langs de Nederlandse kust. Op de Nederlandse stranden kruisen mensen regelmatig het leefgebied van de zeehond, ’s lands grootste roofdier. Om dit in goede banen te leiden zullen er vanaf nu op de stranden door de zeehondencentra professioneel getrainde vrijwilligers ingezet worden. Ze zijn te herkennen aan felgekleurde hesjes met een logo van het betreffende zeehondenopvangcentrum.
Wat is een zeehondenwachter?
Zeehondenwachters zijn speciaal getrainde professionals of vrijwilligers, die langs de Nederlandse kust namens een opvangcentrum optreden bij meldingen van zeehonden die mogelijk ziek, gewond of verweesd zijn. De taak van zeehondenwachter is breder dan directe hulpverlening van een dier in nood. Zij zullen ook strandgangers voorlichting geven over de zeehond, het leefgebied en het opvangbeleid van zeehonden in Nederland. ‘Niet altijd is duidelijk voor het publiek waarom wij een zeehondenpup niet direct meenemen naar een opvangcentrum. Het is belangrijk om goed uit te kunnen leggen wat wij doen en vooral ook waarom. Dit geeft het publiek rust. Hier wordt in de opleiding ook aandacht aan besteed’, zegt Marco Henzel, opgeleid zeehondenwachter. Eén van de doelen van de opvangcentra is indien mogelijk voorkomen dat een zeehonden(pup) opgevangen moet worden. De beste leefomgeving van de zeehond is nu eenmaal de zee. Pas als het echt noodzakelijk is, wordt de zeehond naar de opvang gebracht. Een zeehond heeft vaak echter alleen rust en ruimte nodig. Zeehondenwachters kunnen dan ingezet worden om een dier te verplaatsen naar een geschiktere plek, of een dier in observatie te nemen.
Belangrijke erkenning
Vanwege het brede takenpakket gericht op het voorkomen van problemen voor zeehonden is de professionele opleiding nodig. De drie operationele zeehondencentra zijn dan ook erg blij met de erkenning die zeehondenwachters krijgen. Zij zijn de enigen die zeehonden mogen hanteren; voor niet-officieel erkende zeehondenwachters is dat verboden. Dit helpt enorm bij het beschermen van zeehonden, omdat het nog vaak voorkomt dat mensen -meestal goedbedoeld- zelf met zeehonden in de weer gaan. Dit is nu dus verboden. Bovendien is een belangrijke afspraak dat zeehonden minstens 24 uur geobserveerd worden, omdat uit onderzoek blijkt dat veel zeehonden zichzelf goed kunnen redden – mits ze voldoende rust krijgen in die 24 uur. Zeehondenwachters kunnen daarvoor zorgen door gebieden af te zetten en het publiek te informeren, terwijl ze in contact blijven met de zeehondencentra over de toestand van het dier.
Zeehondenakkoord
De populatie gewone en grijze zeehonden in Nederland wordt als gezond beschouwd. Over de toekomstige manier van opvang van deze dieren werd in juni 2020 een convenant getekend: ‘het Zeehondenakkoord’. In 2021 is dit convenant verder aangescherpt. Vanaf dat moment zijn de drie operationele zeehondencentra, A Seal in Stellendam, Ecomare op Texel en Zeehondencentrum Pieterburen, degenen die de zeehondenwachters in hun gebied rechtstreeks aansturen. Het ontwikkelen en uitrollen van de opleiding tot zeehondenwachter is één van de afspraken binnen het akkoord. Veel zeehondenwachters hebben al jarenlang ervaring met dierenhulpverlening op de stranden. Deze opleiding waarborgt de kwaliteit van de geboden diensten, éénduidigheid in het handelen en gecentraliseerde landelijke communicatie systemen. Na enige vertraging, met name door de pandemie van de afgelopen twee jaar, is dit nu gerealiseerd.
Stichting EHBZ opgeheven
Een aantal zeehondenwachters waren tot voor kort actief voor de ‘EHBZ’ (Eerste Hulp Bij Zeezoogdieren): een vrijwilligersorganisatie die oorspronkelijk is opgericht door het Zeehondencentrum Pieterburen. Met het in werking treden van de naamgeving en werkwijze van zeehondenwachters is de EHBZ als aparte stichting en als naamgeving in 2022 opgeheven.